JOODS ONDERZOEK -- Achtergrondinfo-onderzoek

 

Joods onderzoek. Is er zoiets specifieks en zo ja waar komt dat door?

Na 1812 zijn de Nederlandse bronnen voor Joden en niet-Joden dezelfde. Met de tot standkoming van de 'burgerlijke gelijkstelling' in de Franse tijd (1796) en de systematische eisen bij het in gebruik nemen van Burgerlijke Stand en Bevolkingsregister is het nadien net zo makkelijk of moeilijk om Joodse voorouders terug te vinden als niet-Joodse.

Vóór die tijd liggen er een aantal oorzaken ten grondslag aan de problematiek.  Men zal zelden Joden aantreffen in de toenmalige doop-, trouw- en begraafboeken die door de christelijke kerken werden bijgehouden. Wel bijvoorbeeld bij gedoopte Joden. Evenmin komt men Joden tegen in de registers van de leenkamers aangezien Joden niet in leenverbanden werden opgenomen. In de ledenlijsten van de gilden komen nauwelijks of geen Joodse namen tegen, aangezien deze instellingen in het algemeen geen Joden als leden opnamen. Door de vele beperkingen die de Joden voor de burgerlijke gelijkstelling werden opgelegd hebben zij weinig sporen achtergelaten in de algemene archieven.
Daar kwam nog bij dat de Joodse gemeenschappen zeer op zichzelf waren aangewezen, weinig contacten hadden met de niet-Joodse maatschappij en individuele Joden er ook weinig belang bij hadden zich als Jood kenbaar te maken of te laten registreren in verband met een al of niet sluimerend anti-semitisme.

Een ander aspect speelt nog een rol. Indien de doop-, trouw- en begraafboeken van de kerken hiaten vertonen, dan kan vaak aan de hand van de (voor-)naamgeving nog wel een gezinsverband worden gereconstrueerd. In Joodse kringen werden (en worden) familieleden pas na zijn/haar overlijden vernoemd, hoewel er verschillende tradities heersen bij de Sephardische (Spaans-Portugese) Joden en de Aschkenazische Joden (ook wel genoemd Hoogduitse Joden. afkomstig uit midden- en oost Europa).
Tenslotte wordt het Joods-genealogisch onderzoek nog bemoeilijkt doordat de meeste Joden voor 1811 geen geslachtsnaam hadden, hoewel familienamen bij de Sephardische Joden vaak al veel langer in gebruik waren (zie ook 'De Joodse naamsaanneming in het begin van de 19de eeuw' in het tijdschrift Gens Nostra, 1989, pag. 29-32). Zij waren in de (Joodse) gemeente en de synagoge bekend onder een patronym. Men is dus in het algemeen voor Joods familie-onderzoek aangewezen op specifieke Joodse bronnen. De meeste van deze stukken werden in het Hebreeuws of Aramees, soms ook in het Jiddisch geschreven wat de toegankelijkheid ernstig beperkt. De betreffende stukken bestaan bijvoorbeeld uit besnijdenisboekjes, huwelijksakten en de rabbinale archieven. Veel daarvan is in de tweede wereldoorlog verloren gegaan, terwijl de weinigen die de oorlog overleefden vaak niets wisten van het materiaal dat door deze en gene in veiligheid was gebracht. Tenslotte speelt nog mee dat in de Joodse bronnen voornamelijk mannen voorkomen, omdat de vrouw in de liturgie nauwelijks of geen rol had/heeft en registratie van functies in de synagoge bijvoorbeeld uitsluitend betrekking heeft op mannen.

beth-haim.jpg (43682 bytes)

Portugees-Joodse begraafplaats Beth Haim in Ouderkerk aan de Amstel.
Van de tentoonstelling 'Onder de Hamer', verzamelaar David Henriques de Castro,
Joods Historisch Museum in Amsterdam
(Van: internetsite Reformatorisch Dagblad)

 

De Nederlandse kring voor Joodse Genealogie heeft veel van het materiaal dat de oorlog wel heeft overleefd toegankelijk gemaakt en een groot aantal interessante bronnen vertaald en in druk uitgebracht, terwijl ook individuele leden van de kring zich daarmee hebben bezig gehouden.
Een algemeen toelichting op Joods genealogisch onderzoek is beschikbaar in de Jubileum uitgave uit 1997 van de kring, genaamd Handleiding Joodse Genealogie van Mevrouw T. Spaans-van der Bijll, met bijdragen van Ir. I.B. van Creveld (ISBN 90-800194-4-5). Deze en de vele andere uitgaven en de wijze van bestelling worden vermeld op de website van de kring. Specifiek gericht op België is de Kring voor Joodse Genealogie in Belgi�. Ook het Centrum voor Onderzoek naar de Geschiedenis der Nederlandse Joden (Hebreeuwse Universiteit Jeruzalem) heeft uniek materiaal dat van belang is voor de Joods-Nederlandse genealogie, zoals de Brilleman collectie, de enige catalogisering ter wereld van Joodse begraafplaatsen in Nederland; op deze site kunt u ook zoeken in de Dutch Jewish Genealogical Data Base.

 

Bijdrage van: Menno Nykerk