TIJDREKENING -- Achtergrondinfo-onderzoek

 

 

Kalenders

De belangrijke kalenders waar de genealoog mee te maken zal krijgen zijn de Juliaanse, de Gregoriaanse, de Republikeinse en de Joodse kalender. Voor veel meer achtergrondinformatie en (omreken)programma's kunt u bijvoorbeeld een kijkje nemen bij Calendar Zone.

De Juliaanse kalender is in 46 v.C. door Julius Ceasar ingevoerd. De christelijke kerk nam deze over. De kalender ging uit van het feit dat elk jaar 365 dagen en 6 uren telde, maar dit bleek later niet juist te zijn. Al op het Concilie van Trente besloot men over te gaan tot een nieuwe kalender, de Gregoriaanse, maar het duurde nog enige tijd voordat deze werkelijk werd ingevoerd in de verschillende landen. In de Nederlanden werd op 10 december 1582 bekend gemaakt dat op 15 december dat jaar ineens overgegaan moest worden naar de 25e december. De Staten-Generaal, Zeeland en Brabant volgden deze instructie. Holland ging over van 1 januari op 12 januari 1583. In de Zuidelijke Nederlanden ging men van 20 op 31 december Antwerpen) of van 21 december op 1 januari 1583 (Vlaanderen) over. Het bisdom Luik ging van 10 februari over op 21 februari 1583. De katholieke landen volgden vrij snel de instructie op om over te gaan tot deze Gregoriaanse kalender. In de Noordelijke Nederlanden gingen echter Gelderland, Overijssel, Utrecht, Groningen (al eerder korte tijd de Gregoriaanse kalender tijdens de Spaanse tijd 1583-1594), Friesland en Drenthe pas in 1700 en 1701 over op deze kalender. Dit bracht nog al eens problemen met zich mee tussen de gewesten, die men soms probeerde te voorkomen door beide data te vermelden. Men gaf via de afkortingen o.s. of n.s. aan of men dateerde volgens de oude danwel de nieuwe stijl; ook treft men wel de afkortingen s.v. en s.n. aan (resp. 'stilo veteri' en 'stilo novo').
Ook buiten onze landen was men niet zo vlot met de overgang naar de nieuwe kalender, zoals in Engeland (1752), delen van Duitsland (1776) en Rusland (1918). Zie voor enkele Duitse grensgebieden In alter Zeit.
Huib Plankeel heeft het makkelijk te installeren freeware programma Kalcalc geschreven waarmee (per geografisch gebied) te bekijken is op welke dag een bepaalde datum viel en of dit een bepaalde feestdag was. Het programma (390 KB) is via de genoemde pagina te downloaden.

De Republikeinse kalender begint op 22 september 1792 (uitroeping Franse Republiek), maar werd feitelijk pas in november 1793 ingevoerd. Het jaar was opgedeeld in 12 maanden van 30 dagen en de week van zeven dagen was vervangen door een week van tien dagen (op 31 maart 1802 werden de weken in ere hersteld). In de Zuidelijke Nederlanden is deze kalender gebruikt in de Franse tijd (1795-1805). Vanaf 1 januari 1806 werd de Gregoriaanse kalender weer gebruikt.
Er zijn in gedrukte vorm veel omrekentabellen beschikbaar van en naar de Republikeinse kalender, maar ook op internet is zo'n tabel te zien. Maar er is b.v. ook een shareware programma dat vele kalenders kan omrekenen (shareware is software dat u gratis mag uitproberen, maar waarvan de maker verwacht dat u er -meestal een gering bedrag- voor betaalt als u het programma wilt blijven gebruiken, al dan niet in combinatie met een beperkte tijd dat de software werkzaam is).

De Joodse kalender is een maankalender die tot op heden nog in gebruik is. Iedere nieuwe maan begint een nieuwe Joodse maand, d.w.z. elke 29 of 30 dagen; zeven keer in de 19 jaar wordt een schrikkelmaand ingevoegd. Het jaar telt 354 dagen. Bij de start van het Gregoriaanse jaar 2000 is het volgens de Joodse kalender 5760.

 

Jaarstijl [top]

Het begrip jaarstijl betekent volgens Van Dale: tijdrekening met betrekking tot het begin van het jaar. Al lang kennen we de nieuwjaarstijl, waarmee we het nieuwe jaar op 1 januari laten beginnen. Tot aan het einde van de 12e eeuw werd bijvoorbeeld de kersttijl gebruikt. Tot in de 16e eeuw is de paasstijl gebruikt. Bij de omrekening van de datum moet dus de exacte paasdatum bekend zijn. Abusievelijk worden bij het begrip jaarstijl nog wel eens de afkortingen 'o.s.' en 'n.s.' - als oude resp. nieuwe stijl - aangegeven; deze afkortingen hebben echter niets te maken met de jaarstijl, maar hebben betrekking op de twee stijlen bij de kalenderhervorming (zie hierboven).
In Vlaanderen werd op 1 januari 1576 de nieuwjaarstijl ingevoerd. In Holland en Zeeland werd deze stijl gehanteerd in de periode van 1544-1563, om hem vervolgens vanaf 1571/2 voorgoed in te voeren.

 

Kerkelijke heiligendagen [top]

Regelmatig wordt in oude archiefstukken een datering gebruikt die niet meteen herkenbaar is, omdat gebruik wordt gemaakt van kerkelijke feest- en gedenkdagen (heiligendagen). Als daarbij "op ....-avond" wordt gebruikt, heeft men het over de dag voor die heiligendag. De dag volgend wordt vaak aangeduid als "des anderen daags na ...". Klik hier voor een overzicht met de meest bekende feest- en gedenkdagen. N.B.: Zie ook op: HeiligenNet.
Filip Benoit heeft een freeware programma geschreven met een feestdagenkalender (1,5 MB; zipfile) lopend van het jaar 100 tot 2100, specifiek gericht op de Zuidelijke Nederlanden. Het programma wordt door hem hier op dit domein aangeboden.

 

Maanden en dagen [top]

Oude Nederlandse benamingen voor de maanden zijn onder andere:


januari: louwmaand, lauwe, ijsmaand
februari: sprokkelmaand, sporkerl(e), schrikkelmaand
maart: lentemaand, akkermaand
april: grasmaand, prille- of paasmaand, pril
mei: bloeimaand, wonnermaand
juni: we(i)demaand, zomermaand
juli: hooimaand
augustus: oogst, oust
september: pietmaand, herfstmaand
oktober: zaaimaand, wijnmaand
november: slachtmaand, smeermaand
december: wintermaand, hardemaand, joelmaand, kerstmaand

De laatste vier maanden worden vaak verkort weergegeven:

september: VIIber, VIIbris, 7ber
oktober: VIIIber, 8ber
november: IXber, 9ber
december: Xber, 10ber

oudste afbeelding 12 maanden (41 Kb)

Oudst bekende afbeelding van de twaalf maanden van het jaar
in de Salzburger kalender (818), met voorstellingen ontleend aan de landbouw
(Uit: F.H.M. Grapperhaus, Belasting, vrijheid en eigendom, Amsterdam 1989)

 

Gedurende de Franse tijdrekening (Republikeinse kalender) werden de volgende maandaanduidingen gebruikt:

herfst: Vendémiaire, Brumaire en Frimaire
winter: Nivôse, Pluviôse en Ventôse
lente: Germinal, Floréal en Prairial
zomer: Messidor, Termidor en Fructidor

 

In de Joodse kalender lopen de maanden niet gelijk op met de Gregoriaanse kalender:

september/oktober: Tisjri
oktober/november: Chesjwan (Marchesjwan)
november/december: Kislew
december/januari: Teweet
januari/februari: Sjewat
februari/maart: Adar
schrikkelmaand: Adar II (Veadar)
maart/april: Nissan
april/mei: Ijar
mei/juni: Siwan
juni/juli: Tammoez
juli/augustus: Aw (Menachem)
augustus/september: Elloel

 

De zeven weekdagen zijn afgeleid van de Joodse week, waarin de sabbat, de rustdag, op de zevende dag valt. De zondag, rustdag, is de eerste dag van de week, alhoewel tegenwoordig veel agenda's de week op maandag laten beginnen. Aan de Latijnse benamingen is dit nog te herkennen:

zondag - dies Solis - feria dominica, feria prima of dies dominicus
maandag - dies Lunae - feria secunda
dinsdag - dies Martis - feria tertis
woensdag - dies Mercura - feria quarta
donderdag - dies Jovis - feri quinta
vrijdag - dies Verneris - feria sexta
zaterdag - dies Saturni - sabbatum, dies sabbatinus of feria septima

 

Bronnen: