LES 11 @ PACHTCONTRACT ABDIJ

menu | opbouw van dit lesblok, inleiding en inhoud | oefening

 

Opbouw van dit lesblok

U heeft in het vorige blok geoefend met teksten zonder of met een beperkte structuur. U zult gezien hebben, dat u bij de akten met een beperkte structuur steun kunt hebben aan algemene kennis van de structuren van schepen- en notariële akten. Waar het om ongestructureerde teksten gaat, kan het bestuderen van de inventaris van het betreffende archief goede diensten bewijzen. Dergelijke inventarissen bevatten over het algemeen ook informatie over de instelling waar -en de omstandigheden waaronder- het archief gevormd is. Dit kan bijzonder nuttige informatie zijn. Het is dan ook aan te raden om daar wat tijd aan te besteden, ook al levert het misschien niet direct het gezochte op.

We gaan er vanuit dat u zich dapper door de teksten van het vorige blok heen geslagen heeft. Sommige waren echt lastig, ook voor geoefende lezers. Met de ervaring die u opgedaan heeft, kunt u met een gerust hart door naar dit laatste blok.
In de eerste drie lessen wordt het 16e eeuwse schrift behandeld. In de laatste twee lessen besteden we aandacht aan het schrift uit de oostelijke provincies, het Duitse schuinschrift, een Franstalige tekst en een wereldlijke Latijnse tekst. Deze laatste twee lessen kunt u het beste zien als een kennismaking met de broertjes en zusjes van de Nederlandse paleografie. Het zijn dus geen volledige trainingen.

Deze lessen zijn niet moeilijker dan die in het eerste blok. Lastig zijn ze wel, maar u bent niet anders meer gewend. En u weet: het is op te lossen en er is een transcriptie beschikbaar (maar natuurlijk eerst zelf proberen!). En ook al is het lastig leesbaar: het is een afspiegeling van wat u in de praktijk tegenkomt. De transcripties zijn overigens gemaakt van gewone afdrukken van dezelfde scan’s die u ter beschikking heeft. Op deze manier is de maakbaarheid van de lessen gegarandeerd!
Nog even ter herinnering: als u wilt kunt u alleen de tekst (scan) op uw beeldscherm krijgen door met de rechtermuisknop op de scan te klikken en vervolgens voor View Image te kiezen. Bij de meeste oefeningen in dit derde deel van de cursus is deze werkwijze aan te bevelen, omdat daarmee de teksten een stuk makkelijker te lezen zijn.

Uiteraard zullen wij ook hier weer proberen u op de lastige plekken ter zijde te staan met informatie over de akten, tips, moeilijke woorden, waarschuwingen e.d. Maar anderzijds leggen we natuurlijk niet alles opnieuw uit. We verwachten dat u bij een moeilijk woord zelf een woordenboek pakt of dat u nog eens terug kijkt of u iets dergelijks al niet eerder bent tegengekomen.

Inhoud van de lessen van dit derde blok:

Les 11 - Pachtcontract Abdij

Les 12 - Schepenbank en Leenhof

Les 13 - Octrooien

 Les 14 - Oostelijke teksten

Les 15 - Frans en Latijn

 

Inleiding

Ook in deze les wordt slechts een enkele tekst behandeld. De abdij van Tongerloo (bij Geel in de Belgische Kempen) werd omstreeks 1132 gesticht. De jonge Norbertijner orde stond in hoog aanzien bij de graven van Leuven, hun opvolgers de hertogen van Brabant en bij particulieren, zodat het goederenbezit van deze abdij snel toenam tot tientallen hoeven. Ook in het huidige Noord-Brabant hadden de witheren van Tongerloo diverse bezittingen. Het grootste deel van dit Noord-Brabantse bezit werd omstreeks 1590 na een strijd van circa 30 jaar van de abdij losgemaakt en aan het nieuwe bisdom Den Bosch toegevoegd (het alternatief: de bisschop van Den Bosch was tevens abt van Tongerloo, vonden deze kanunniken nog minder te prefereren). Dat betekende dat in de Meierij van Den Bosch nog slechts 2 hoeven te Tilburg door Tongerloo werden uitgebaat. De overige hoeven werden tot 1629 door de bisschop van Den Bosch geëxploiteerd. Toen deze in 1629, na de overgave van Den Bosch aan Frederik Hendrik, het veld moest ruimen, maar de strijd om de Meierij nog niet beslecht was, probeerden zowel de door de verdreven bisschop als de door de ‘Hollanders’ aangestelde rentmeesters deze hoeven te beheren. Dat was voor de pachters bepaald geen prettige periode. Overeenkomstig het vredesverdrag van Munster gingen in 1648 de bisschoppelijke hoeven over aan de Staten Generaal, terwijl de buitenlandse geestelijke instellingen hun bezittingen mochten houden. De Tilburgse hoeven bleven dus in het bezit van de abdij.

 

Inhoud

Voor het transcriberen van deze akte dient u een stapje terug te doen. Tot nu waren streepjes boven letters vrijwel altijd een aanwijzing, dat er een ‘u’, een ‘v’ of een afkorting stond. Dat weet u nu wel, dus in deze tekst normaliseren we dat. Er zitten zeker nog veel afkortingen in, maar een deel van de strepen, komt van letters uit de bovenliggende regel of van halen van voorgaande of volgende letters. U ziet: het met begrip lezen wordt steeds belangrijker.

De schrijver heeft een heel regelmatig handschrift, daar zijn na enige gewenning vrij weinig problemen van te verwachten. In zijn spelling is hij echter niet geheel consequent, zodat deze tekst toch wat lastiger is dan op het eerste gezicht lijkt. Laat u daardoor niet ontmoedigen, u heeft al zoveel lastige teksten gehad en overwonnen! Het gaat er hier om dat u alert bent op kleine afwijkingen en die juist transcribeert.

 

exclameanim.gif (355 bytes)

Wanneer u een woord niet kunt lezen, omdat er een aantal gelijkvormige letters (i, m, n, u, v)achter elkaar staan, wil pootjes tellen nog wel eens helpen. U leest bijvoorbeeld iiiiker (denkt u de puntjes van de i even weg). Dat kan een i zijn met een m of 2 keer n of n met u of u en v, etc. U probeert een paar mogelijkheden en snel blijkt dat imker het gezochte woord is. Of coiiiiiiiiiie, 10 pootjes. Achter de o zal een u of een medeklinker komen. Gezien het aantal pootjes eerst eens 2 maal m proberen: commiiiie. Dat lijkt al ergens op. Achter de tweede m zal een klinker komen. Commime is niet waarschijnlijk, dus commune. Ook dit is een kwestie van oefenen. Als u dit geregeld doet, kunt u op den duur ingewikkelde combinaties razendsnel oplossen.

 

Om het niet lastiger dan nodig te maken, volgen hier nog wat verklaringen:

  • pensier, penchier, dispenchier, en dergelijke = iemand vanwege belast met het beheer
  • prelaet = abt
  • convent: zie eerdere lessen
  • goidtshuis = geestelijke instelling
  • heirtocht = oorlog, veldtocht
  • laet = pachter
  • lb: libra(s) = pond(en)
  • ploechrecht = recht van de afgaande pachter op een deel van de oogst
  • oude heircomen ende hoevenaersrecht = gewoonte recht
  • sst = subscripsit, heeft hier onder getekend (niet missen!)
  • truncken = bomen knotten
  • usancien = gebruiken, gewoonterecht
  • voorlijf = een bedrag in contant geld voor het gebruik van weiden
  • vromen = niet geheel duidelijk, maar heeft te maken met het moment van het kappen van het hout

Enkele bijzonderheden over de akte: De akte wijkt qua voorwaarden wat af van de standaard huurovereenkomst van Tongerloo. Als eerste is de huurtermijn niet de gebruikelijke zes jaar. Ten tweede werd standaard afgesproken, dat zowel pachter als verpachter het contract halverwege de termijn op mochten zeggen. Ten derde was het gebruikelijk dat bij overlijden van de pachter de huur bij de eerst mogelijke gelegenheid (einde van een pachtjaar) verviel. Tenslotte was het gebruikelijk dat de verpachter het groot onderhoud en het dakdekken betaalde.

Nadere informatie over de huurder en zijn gezin, is te vinden in het oud rechterlijk archief van Tilburg. Jacob Jan ! Jan Lambrechts van Boerden alias Horevoirts is twee maal gehuwd geweest. Een maal met Maria Andries Jans de Vet en eenmaal met Jenneke Roelof Ansems. Uit het eerstgenoemd huwelijk werden tenminste vijf kinderen geboren: Jan, Peter, Cornelis, Jenneke en Willemken. Jacob was een zoon van Jan Jan Lambrechts van Beurden de oude (deze had een jongere broer Jan) en Peterken Jan Jan Korstiaens. Bronnen: GA Tilburg R 305 f 19v 1559, R 244 f 46v 1598, R 347 f 100 1607, R 348 f 202 en f 287 1612 en R 349 1613 f 14 en 1615 f 191v.

Hiermee heeft u meer dan voldoende informatie om met deze akte uit de voeten te kunnen. Succes!

 

Naslag

In de vorige lessen zijn al en passant Romeinse cijfers voorgekomen. We geven hieronder een overzichtje van het systeem van de Romeinse en onze Arabische cijfers. U hoeft er niet mee te rekenen!

Romeins Arabisch
I
II
III
IV of IIII
V
VI
VII
VIII
IX
X
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
XI
XII
XIII
XIX
11
12
13
19
XX
XXX
20
30
XL
XXXX
XXXXIX
XLIX
L
LX
40
40
49
49
50
60
XC
XCVI
C
CC
90
96
100
200
CD
CCCC
D
400
400
500
CM
M
MDXCIX
XVCXCIX
MCM
900
1000
1599
1599
1900
Een bijzondere combinatie

IIIIXX
IIIIXXX
IIIIXXXIX

 

80 (quatre vingt)
90
99

 

Naar de eerste oefening