Uitwerking van blad c van de oefening van les 2:
klik hier als u tegelijk de tekst wilt zien | klik hier als u alleen de transcriptie wilt zien
kom geweest. Juist om dat ik nog al een voor-
stander van vreijen handel ben. Want om daar-
toe te geraken moeten wij zoo wel vrijen uitvoer
als invoer hebben. Ik heb met genoegen gezien,
dat onze regering zich nog al aan den uitvoer
en doorvoer van vee heeft laten gelegen leggen,
hoewel ik doch tevens zie, dat zij zich met
den uitvoer van koffijboonen had laten paaijen
tot dat de Belgen de verleende douceur ge-
deeltelijk weer hebben ingetrokken. Ik zie er
nu iets goeds van te gemoet, indien de pro-
ducten van onze oost maar weer niet de
producten van het moederland verdringen. Mij
dunkt het dat tot eene schikking toe, wij Belgie
beter dan Belgie ons missen kunnen. Vooral om-
dat in deze schaarsche tijd de weerkeerige
beperkingen bij hen mindere verdiensten en prijs-
verhoogingen der levensmiddelen moet ten gevolge
hebben, terwijl bij ons de verdienste in het alge-
meen daardoor niet kunnen verminderen , maar de
prijzen der levensmiddelen daardoor kunnen verlagen.
Ik neem deel in Uwen toestand en de wensche U
hartelijk beterschap
Met alle achting en vrienschap[w.g.*] Van de Mortel
18 jan 1846
Onze regering moet mijns be-
dunkens zware regten op elk uitvoer van hooi naar
België stellen. Zij hebben geen hooi genoeg. Belasting op den
uitvoer van hooi is het antidote op hunne zware regt
op het vee
* = was getekend
Bron: Rijksarchief Noord-Brabant, Commissie van Landbouw, inv.nr 105, correspondentie Van de Mortel