Uitwerking van oefening 1, blad b, van les 6:

klik hier als u tegelijk de tekst wilt zien | klik hier als u alleen de transcriptie wilt zien

 

ingebracht, dat mits de sieckten, heete courtsen,
root millesoen en legersieckten seer periculeus
grasseren besmettelijck zijnde meer en meer toe
nemen ende dat d ingesetene inde huijsen
daer die sieckten van t root melesoen [doorhaling: sij] [invoeging] ende heete
legersieckten sijn, hen sullen moeten wachten
ende onthouden in de publijcke kercken dienst
en vergaderingen vande gemeijnte onder de gebooden
oft andersints onder der volcke te verscheijnen
te verkeeren off te mogen comen uijtte vuijle
geinfecteerde huijsen op poene van contrarie
doende off bevanden wordende te verbeuren de somme
van ses gulden. Dat oijck voortaen geene
honden langs de straten ongebonden sullen mogen
los loopen, maer die opgebonden ijeder den sijnen
in hare huijsen vast gebonden houden op poene
als voor. Item dat de besmette huijsen met
dusdanige sieckten als voors(chreven) besmet, ijder de sijne
sullen moeten geslooten houden en dat men de
vuijlicheijt der siecken aenstons sonder vertreck in
cuijlen achter ijeders huijs sal moeten begraven
met aerde daer op datter geenen stanck off quaden
reuck aff en come ende dat de dooden niet
bij den dach maer bij avont en den nacht sal moeten
begraven [invoeging] worden en wordt mede expresselijck verbooden datter
voortaen geene vergaderingen van ijongeluijden daer
eenige siecken komen te sterven, sullen mogen geschieden
om cruijsen, roose cranskens, hoijkens off andere
der gelijcke te maecken op poene als voor aen den
heere officier te verbeuren ijeder drije gulden contarije
bevonden wordende gedaen te hebben. Actum en
gepublicert sondach den 6en 7[=sept]temb(ris) 1676
Ter ordonnantie van den gansche magistraet.

 

Bron: Streekarchief Zuidoost Brabant, RA Oirschot 218, folio 81