Uitwerking van oefening 3, van les 9:

klik hier als u tegelijk de tekst wilt zien | klik hier als u alleen de transcriptie wilt zien

 

Basteijan Anthonis ende Jan Adrian Aerts
als mombers ende toesienders van de kijnderen ende
weudewe wijle Peter Wilm Mertens hebben
hunne rekeninghe gedaen voor schepenen
in Berse van het sterfhuijs, schaere te
verpachten ende het vercopen [invoeging] van de schaepen ende
[invoeging] beesten ende vordts van alles dat daer was
bevonden [invoeging] in dat sterffhuijs soo dat inde slodt van hunne
reckeninge wordt bevonden dat Bastijaen
Anthonisse meer heeft ontfangen dan
hij heeft uijt gheeven de somme van
een honderdt ende vier gulden en(de) X s(tuijver)
welcke somme Bastijaen voors(chreven) aende
voors(chreven) kijnderen moet goet doen ende betaelen
Jan Adriaen Aertsen moet oock noch goet
doen aen Maeriken sijnen sustre de huijsvrou
Peter Wilms de somme van drieen-
tachtentich gulden en XV s(tuijvers) ende noch
heeft Maijken voors(chreven) aengeverdt een koeij
voor de somme van XX g(ulden) en XV s(tuivers)
de welcke haere kijnder voors(chreven)
hier boven goedt hebben gehadt ende
sijn [invoeging] hiermede oock mindelijck van malcanderen gescheijden
Actum den XXVII janurius 1659
testus Jan Mijssen en(de) Peter Jan Bogers

 

Bron: Streekarchief Regio Eindhoven, Archief Oost-, West- en Middelbeers, inv.nr. 586,  folio 79