Er zijn verschillende manieren om bewijs te vinden:
- De meest simpele vorm is vermoedelijk om in de zgn. officiersboekjes te raadplegen. Deze boekjes werden jaarlijks gedrukt en geven een overzicht van de officieren in de Nederlanden. Daarbij is meestal ook aangegeven waar de compagnieën gelegerd waren. Deze Naamlijsten van officieren -zoals de officiele naam luidt- zijn onder andere in te zien bij het ARA in Den Haag (bibliotheeksignatuur: V 159). Let wel goed op van wanneer de gegevens zijn: deze zijn altijd van een wat oudere datum dan het jaar dat wordt genoemd op het front van het boekje, maar dat is voorin het boekje meestal wel te vinden.
- Een andere manier is om naar opdrachten van verplaatsingen van troepen te zoeken, de zgn. patenten, in het archief van de Raad van State (ARA Den Haag). Er is echter nooit zekerheid dat dit soort verplaatsingen in dit archief zijn te vinden, complete patentregisters zijn zelden bewaard gebleven. Als ze er wel zijn, geven ze vaak heel nauwkeurige informatie.
- Normaal gesproken zal een compagnie gelegerd zijn geweest in een garnizoen en/of fort. In het plaatselijk archief is wellicht van de inkwartiering nog iets terug te vinden. De plaatselijke overheden ontvingen namelijk zgn. logies- of serviesgelden van de militairen (officieren).